Hoofdstuk 11- Meer over de theologie van Zegenen

door | mrt 5, 2019 | Mijn verhaal | 0 Reacties

*We hebben een keuze*

Het lichaam herinnert wat je gedachten vergeten heeft, of niet bewust genoteerd heeft als een voorval. Het kan ook zijn dat we negatieve gebeurtenissen onderdrukt hebben omdat het te pijnlijk is ze onder de ogen te zien. God kan ons lichaam schoonmaken zonder dat we alles tot in details herinneren moeten. Lichaamsdelen die verstard zijn en hun taak niet hebben afgemaakt, zoals wegrennen, terugvechten of schreeuwen, kunnen zo moed krijgen de mond te openen en alsnog de bevroren schreeuw te uiten. Dit is de rationeel achter het vaak in PP gebruikte uitspraak: ”Begin niet met het graven in het verleden om uit te vinden wat er gebeurd is. Kijk naar het “hier en nu”, kijk naar je lichaamstaal, wat wil het je zeggen? Als God je iets wil laten weten, kan hij je herinneringen helpen, om die herinneringen aan te kunnen heb je wel de vrede van God nodig om dat te kunnen verdragen”. Heel veel christelijke trauma therapie dat ik ontmoet heb is heel vaak een her-traumatisering. Het verleden wordt naar boven gehaald en als meer pijnlijk ervaren dan dat men kan ver werken. We willen onze hulpvragers dat niet aandoen. Zij zelf moeten bepalen hoeveel pijn ze kunnen verdragen. Als het teveel is kunnen ze zeggen:

“Heer ik geef dit terug aan U, dit past me op dit ogenblik niet (1 Kor.10:13).

Het Bloed van Jezus reinigt ons van alle ongerechtigheid dat ons was aangedaan en ook van onze eigen keuzen (1 Joh. 1:8).

Mijn eerste persoonlijke kennismaking met het beleven van het Rooms Katholieke geloof gebeurde in 1961. Ik zat op de boot op terugreis naar Nederland. We hadden nog maar net Paramaribo verlaten of ik ontmoette 2 jongens van mijn leeftijd die zeiden dat ze naar de militaire gevangenis in Nederland moesten. “Wat hebben jullie dan gedaan”, vroeg ik. Daar gaven ze geen antwoord op. Ik hoorde aan hun accent dat ze uit Limburg kwamen, dus vroeg ik hen:

 “heb je wel kunnen biechten voor je vertrok? Ze schudden mismoedig hun hoofd. “Nee, de pastoor zei dat hij ons verhaal niet wilde horen, dat moesten we maar in Nederland vertellen. Wat heb jij in Suriname gedaan”, vroegen ze gelijk verder.

 

Ik vertelde dat ik in 1960 was afgezwaaid van de Suriname troepen en nog een jaar kerkelijk werk heb gedaan in een protestantse zending.

 

“Ben je dan zoiets als een priester, kun jij ons de biecht niet afnemen”?

 

Ik bevestigde dat als zij in mijn bijzijn hun schuld zouden belijden, ik ze kon vrijspreken van hun schuld op basis van 1 Joh.1:8. Ze deden ieder apart hun verhaal, ik zei eenvoudig: geweldig kerel. Jezus is voor jouw zonden gestorven en hij vergeeft je. Ze reageerden zo opgelucht… Zes weken later probeerde ik hen op te zoeken. Ik was niet in een functie van geestelijk verzorger en dus kon dat niet. De directeur van de militaire gevangenis wilde meer weten waarom ik in hen interesse had. Ik vertelde hem wat er gebeurd was. Hij schoot in de lach en zei dat hij nu begreep hoe ze hier waren. Ze gedroegen zich als twee lammetjes i.p.v. stoere schurken.

 

“Eigenlijk horen ze hier helemaal niet thuis.”

 

 Wandelen in het Licht van de Heer

 God is bekleed met licht (Ps.104:2)

Adam en Eva waren geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Ik krijg de indruk dat ze ook “met licht bekleed waren”. Toen ze zondigden viel die bedekking van Licht weg en ontdekte ze dat ze naakt waren. Wij worden door God opgeroepen om in het Licht te wandelen. Ik heb de indruk dat er ook nu een bedekking van Licht als bescherming tegen machten van Duisternis mogelijk is. Ze kunnen wel ons lichaam en emoties aanvallen maar ze kunnen niet-zo-maar ons aanvallen in onze ziel/geest.

Een leider van een Klooster had om een gesprek gevraagd. Deze Abbott bleek diep gewond geraakt te zijn door de reacties van de monniken voor wie hij officieel verantwoording had. Er was speciaal één oudere monnik die hem zo van slag had gebracht.

“Moet ik nog wel hun leider zijn”?

Ik kon hem daarbij niet helpen een antwoord te vinden. Daar moest hij zelf van God een antwoord ontvangen. Ik vroeg hem of hij me kon duiden waar in het lichaam hij de pijn voelde als hij dacht aan de reacties van collega´s. Hij keek me wat vragend aan en antwoorde dat hij dat eigenlijk overal voelde. Ik stelde voor dat we een poosje stil zouden zijn en hij aan God kon vragen om met Zijn Licht door zijn lichaam te laten gaan. Hij kon aan God vragen om deze negatieve opmerkingen uit zijn lichaam te wassen. Terwijl hij in stilte bad, hield ik mijn ogen open om te zien wat er gebeurde. Zijn ademen werd rustiger en dieper. Toen stokte ineens zijn adem en kreeg een angstige gelaatsuitdrukking. Ik vroeg me af of er een negatieve herinnering boven kwam. Ik bemoedigde hem door te zeggen:

“laat het maar gebeuren”.

Het ging nog een paar minuten door. Toen opende hij zijn ogen, glimlachte en wees naar zijn buik. Hij zei dat hij zich een paar pijnlijke zaken uit zijn jeugd herinnerde. Ik voeg hem of het te moeilijk was om dat nu verder onder ogen te zien. Zijn gezicht toonde tekenen dat hij erge pijn ervoer.

“Nee, ik kan dit aan”

zei hij. Ik zegende zijn moed en bleef verder stil. Na 5 minuten zei hij:

“wow, dat geeft opluchting”!

Wat er zich afspeelde hebben we verder niet besproken. Hij ging heel bemoedigd terug naar het Klooster.

 

De Kracht van Vrede tijdens het zegenen van KISI-medewerkers en het effect op de kinderen en de jeugd

 KISI is een Oostenrijkse organisatie (www.kisi.org) dat ruim 20 jaar geleden begonnen is door een Rooms Katholiek echtpaar die beiden theologie hadden gestudeerd en toen betrokken waren met jeugdwerk.

Birgit Minichmayer is een begaafde musicus en zeer talentvolle kinder boeken en kinder liederen schrijfster. Met haar man Hannes hebben ze een eerste klas kinderkoor opgezet dat Evangeliserende Musicals uitvoert. Gods Singing Kids groeide uit tot een International beweging, Oostenrijk, Duitsland, Nederland, België, Uganda, Israël, India hebben nu afdelingen van Kisi. Ze vroegen me om de leiders les te geven in het zegenen. Zij praktiseerden dit weer met de kinderen. Toen ze hun twintigjarig bestaan vierden werden we uitgenodigd bij Kardinaal Schönborn in Wenen. Hij vroeg tijdens het festival dat er was: “wat is dit “zegenen” eigenlijk wat ik jullie zie doen? Een tiener nam de microfoon en vertelde “voor we ergens optreden zegenen we elkaar (we maken niet steeds een kruisje of zo hoor…). Je kunt best wel eens zenuwachtig zijn. Dan zeggen we ook: Ik zegen je in Jezus naam. We bemoedigen elkaar met welke goede gedachten we ook maar hebben”. Ik heb ook gezien hoe jonge kinderen oudere assistenten zegenen en hoe dit op een volkomen natuurlijke manier gebeurt. In het najaar van 2015 vroeg een bisschop verantwoordelijk voor jeugdwerk me om als een geestelijke leider dit werk te ondersteunen. Dit leek voor mij het eindstation van mijn leven. Na twee jaar kwam daar toch vrij abrupt een einde aan in de zomer van 2017, vanwege mijn gezondheidsklachten en ik terugging naar Nederland.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                           

 Het zegenen van wilskracht

 

De wil is in Bijbels gebruik vaak verbonden met de nek en hals (stijf-koppige-mensen). We kunnen de wil zegenen met de kracht van de Heilige Geest en zo de wil te bemoedigen. Het is eigenlijk een zegenende handeling als we mensen aanmoedigen door hen te vertellen: “we bespreken alleen wat je bereid bent om te bespreken. Wat zijn je verlangens nu, zodat we dat kunnen zegenen”? Voor velen is het een opluchting dat ze ook kunnen vertellen wat ze niet willen dat er gebeurt! De bedoeling is hen uiteindelijk tot een totale overgave te brengen aan Jezus Christus: “niet mijn wil, maar Uw wil geschiede”. Dat gaat niet zo gemakkelijk. Ze moeten leren wat gehoorzaamheid is, dat als God iets van ze vraagt, hij goed weet wat te moeten doen. Dat ze mogen protesteren als iets te zwaar lijkt. Deze voorzichtige houding is nodig omdat mensen die in hun jeugd al zo beschadigd zijn, eerst in een veranderingsproces moeten komen. De hersenen moeten als het ware opnieuw “aangelegd worden”, verkeerde patronen verander je niet zo snel in een eenvoudig gebed. De vraag is: hoe doe je dat? Tenzij we een veilige benadering kiezen, kan het zijn dat “de operatie is gelukt, maar de patiënt is overleden”. We benaderen met respect de hulpvrager.  Hij of zij bepaalt wat de agenda is. Respect ook voor de culturele achtergrond is noodzakelijk. Ik heb dat zelf ervaren toen ik de rooms katholieke cultuur een beetje begon aan te voelen. Het is niet bevorderlijk voor het begrijpen van elkaar om als protestant te zeggen “Ik ben het niet met je eens dat je aan Maria vraagt om bij Jezus een goed woordje voor je te doen”. Of als katholiek te zeggen: “Ik ben het niet met je eens dat je zo individualistisch God benadert”. Dit respect heeft me geholpen om niet gelijk te reageren als ik iets vreemds tegen kwam wat ik niet begreep of me “als on-Bijbels” overkwam. Dit helpt me nu ook, na jaren in een Rooms Katholieke wereld geleefd te hebben, om weer in de Nederlandse en Protestantse cultuur te werken. Waarheid is belangrijk, maar we moeten ook het vermogen om “waarheid te horen” in ons denken mee nemen als we spreken met mensen van verschillende culturen.

 

Er is één belangrijke waarheid waar Rooms-Katholieken en Protestanten het over eens zijn “het verlossingswerk van Jezus”.

 

Zegenen en de Theologie van de Persoon, het Lichaam en de Familie[1] 

 

Heilige Paus Johannes Paulus II schreef uitgebreid zijn gedachten neer over de Theologie van de Persoon, de Theologie van het Lichaam en de Theologie van de Familie. Hij gaf een samenvatting van wat we weten van oeroude waarheden zoals:

–       We zijn geschapen als geest, ziel en lichaam, toch zijn we één persoon

–       We zijn gemaakt om samen te leven met anderen.

–       Als we trouwen moeten we open staan voor de kinderen die God wil dat we krijgen. Kinderen zijn een zegen! Ik heb me kortgeleden nog verbaasd over een jong stel in IJsland dat vier kinderen en ”één onderweg”.  Zoveel geduld en liefde dat getoond werd aan deze kinderen tijdens de avondmis, sprak me bijzonder aan.

–       We horen op te groeien in een familie van een vader, een moeder en mogelijk broers en zussen.

–       We hebben een ingeschapen verlangen naar trouw in welke cultuur we ook opgroeien, niet alleen algemene trouw maar ook huwelijkstrouw.

–       We zijn geschapen om onderzoekend te zijn, dingen na te vragen en te formuleren, om betekenis te geven aan incidenten die we ervaren, om namen te geven aan mensen en gebeurtenissen, In het Bijbelverhaal is Adam de eerste wetenschapper. Hij geeft namen aan dieren en zelfs aan zijn vrouw.

–       Zonde kwam in de wereld en verwonde mensen. God gaf een uitweg in zijn Plan van Redding.

 

Mijn eigen theologische overleggingen speelden ook een rol in mijn denken over de mens.

 

Ik was me niet zo bewust geweest van de RK manier van denken. Ik ontwikkelde echter in mijn werken met getraumatiseerde personen een ongeveer zelfde vorm van denken.

 

–       “Heer. Ik zegen deze persoon net uw vrede van hun hoofd tot hun tenen en alles wat ertussen zit”. Dit was vooral van belang in Thailand want ik kon op geen enkele manier iets zeggen over het effect wat vrouwen hadden ervaren in de misbruik situaties.

–       Om “goede woorden” uit te spreken tegen lichaamsdelen had vaak een stil maar diepgaand effect. Ik kreeg zo vaak te horen “toen je mijn hersenen zegende gebeurde er iets in mijn hoofd”.

–       De Hersenwetenschappen explodeerden 25 jaar geleden. Ze bewezen wat ik had bijna 50 jaar geleden al in geloof geaccepteerd: de hersenen binnen in de schedel konden veranderen door een zegenend gebed.

–       De ontdekking van spiegel-neuronen, zoals ik dat al beschreven heb.

–       Mijn denken over de interactie tussen psychologie en Goddelijke Waarheid.

–       Mijn gebruik van psychologische theorie en Bijbelse waarheid.

–       De noodzaak van vertrouwen in een counseling relatie.

–       De noodzaak en behoefte vertrouwelijkheid en respect voor de individu. In het begin van mijn werken in Oostenrijk, ruim 40 jaar geleden heb ik een enorme blunder gemaakt.  Een echtgenoot deelde me in vertrouwen iets mee over seksuele problemen. Daarna ontmoette ik zijn partner, die ook met problemen zat. Ik zag een link tussen beide situaties en vertelde dus  aan de partner wat ik had gehoord.  Dit resulteerde in een diep verlies van vertrouwen in me. Het heeft vele jaren geduurd voor dat dit hersteld was. Ze vertelden me dat mijn poging hen te helpen, niet gewaardeerd werd, omdat ik wel geen priester was, maar toch zeker het biechtgeheim had verbroken. Als je zulke fouten maakt betaal je daarvoor een hoge prijs, zelf als je je spijt betuigt en echt verdriet hebt over wat er gebeurd is. De wonden in mijn eigen hart zijn wel geheeld, maar er blijft lidtekenweefsel over dat zo nu en dan waarschuwt: oppassen Téo.

–       Als counselee begint te groeien kunnen we natuurlijk wat God en de persoon doet, blijven zegenen.

 

Wanneer je merkt dat onze bijdrage onvoldoende is

–       Door dat je merkt dat je tegen je eigen grenzen aan komt.

–       Het feit dat we Jezus kennen betekent niet dat we alles maar aan kunnen. Er zijn situaties waar geen bidden helpt. Ik adviseer daarom ook altijd te kijken of er ook (Christen) erkende hulpverleners zijn.

–       Moet je ervoor kiezen om een seculaire helper te vinden die wel weet wat zij/hij in zo een situatie moet doen, dan heb je wel de plicht je counselee te helpen om mogelijke problemen te voorkomen. Je kunt ook zoeken naar een hulpverlener die bereid is jou aanwezig te laten zijn. Dan kun kan ook je christelijke waarden verwoorden. Zo heb ik dat zelf ervaren in het samenwerken met seculiere hulpverleners, waar de cliënt naast de persoonlijke gesprekken met mij, ook over het waardensysteem van de seculaire helper en over de voortgang van de therapie konden praten.

 

Bettina

 

Met stralende ogen begroet Bettina me. Mijn assistente had me al verteld dat ze een zwaar leven achter zich had en hoe zij al drie jaar met haar had gewerkt. Mannen én vrouwen hadden haar diep verwond, ook seksueel. Dat was alles wat ik van haar wist, omdat mijn assistent graag zelf wilde zien hoe ik Bettina nu zag. Dit was de eerste keer dat ze met een manlijke hulpverlener zou praten. Haar stralende ogen hadden me verbaasd, gezien haar geschiedenis. Haar echtgenoot praatte met de echtgenoot van de assistente van me. wij gingen naar een schaduwplek in de tuin om daar rustig te kunnen praten, want het was die dag nogal heet in de zon. Ik vroeg Bettina wat ze voor verwachtingen had van deze ontmoeting. Ze vertelde dat haar grootste probleem nu haar woede was en ze hoopte op hulp. Bettina vertelde ook dat ze regelmatig op haar tanden beet. Ik legde haar uit hoe ze naar eigen gezicht kon zegenen en de gezichtsspieren kon ontspannen. We bespraken het goede en het slechte van woede. Ze was goed voorbereid op dit gesprek! Tenslotte besloot ik haar handen te zegenen. Ze strekte haar handen uit, maar ik raakte ze niet aan. Ik bad gewoon zegende woorden over haar handen.

“In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, kom Heer Jezus met Uw kracht op deze handen”.

Plotseling begonnen haar handen te trillen. Ik stelde haar gerust door te zeggen: laat maar gebeuren. Het was duidelijk dat ze kracht van God in haar handen ervoer. Toen raakte ze haar gezichtsspieren aan. Na een poosje keek ze me aan:

“dit is verbazingwekkend, ik voel hoe mijn gezicht reageert”.

Toen durfde ze nog meer dingen te vertellen, terwijl de Vrede van God door haar lichaam bleef werken.  Na een poosje voelde ik me ongemakkelijk worden. Ik ervoer dat ze iets te veel vertelde. Ik besloot om haar te stoppen. Toen ze even stil was vatte ik een paar zaken samen. Ik zei dat dit voor mij nu even genoeg was. Een paar weken later hoorde ik van mijn assistente dat haar tandarts verbaasd was dat ze zoveel ontspannener in haar gezicht was. Bettina vertelde ook mijn assistente dat ze blij was dat ik het gesprek gestopt had. Ze kreeg ineens een raar gevoel tijdens het gesprek en ze bedacht hoe ze me eigenlijk helemaal niet goed kende. Gelukkig ging dit lichaamsproces wel door met mijn assistente.

 Te grote openheid kan maken dat een counselee zich na afloop zich enorm schaamt schaamt en daardoor dus moeilijker terugkomt.

 

De Cultuur van Misbruik[2]

 

Er zijn een aantal aspecten aan de Cultuur van misbruik zoals:

–       Een levensstijl dat erop gericht is om kostte wat het kost te overleven.

–       Een disfunctionele relatie (machtsmisbruik)

–       Het breken van het natuurlijke vertrouwen in voor hen belangrijke personen

–       Hulpeloosheid

–       Een alles door dringend gevoel van schaamte, slecht zijn

–       Een door trauma gevormde seksuele ontwikkeling

–       Genetische overdracht van de gevolgen van zonde in de voorouders (tot in het 3de en 4de geslacht Deut. 5:9 en het verhaal van epigenetics):

Ik denk aan een dochter van een prostitué. Haar moeder wilde haar niet en gaf haar baby na de geboorte gelijk over aan een adoptie-vereniging. Haar nieuwe ouders waren stevig verankerde gelovigen in Jezus. Het meisje wist niets van haar geboorte-moeder. Toen ze 14 was nam een vriendin haar mee naar een disco. Ze vond het prachtig en viel al spoedig in de negatieve wereld om het disco-leven. The ouders hadden intussen in mijn cursus gehoord dat dit meisje mogelijk was beladen met besmette genen van haar ouders. Ze vertelden me ook dat ze wisten dat ook haar grootmoeder en overgrootmoeder prostitués waren. Oorspronkelijk groeide deze tiener op in een omgeving dat was positief en gezond. Die ge-erfde genen waren niet aangeschakeld. Nu vocht ze met zware verzoekingen om dezelfde weg te gaan als haar moeder. Ik vertelde de ouders hoe ze dit meisje konden zegenen. Dat ze, als ze op school was, ook haar slaapkamer konden zegenen met de tegenwoordigheid van Jezus. Ik leerde hen ook hoe ze een hekwerk tegen machten van de duisternis konden zetten. Ze hadden op een geven moment de moed om met dit meisje over hun gebeden voor haar te praten. Ze was het er mee eens dat ze bevrijding nodig had en ze gingen naar een wijze priester die haar hielp, zowel door het bevrijdingsgebed als ook met wijze raad.

 

–       Het denken aan zelfmoord tegenover de wens te overleven. Ieder als kind seksueel misbruikte persoon heeft wel eens problemen gehad met de gedachte: als ik nu dat doe, ben ik gelijk dood. Mijn indruk is dat er als kind geen uitweg zag, het enige was dat zenog konden doen was  aan het “dood zijn denken”. Die gedachten blijven lang hangen. Het is dan net alsof het kind nog steeds in hem of haar leeft. Terwijl ze in andere terreinen zijn door gegroeid, is op een punt niets veranderd sinds het trauma. Het “kind deel” wil dood en de volwassen persoon wil blijven leven.

 

–      Misbruik overlevenden hebben me verteld dat ze genieten van de Rooms Katholieke eredienst: je kunt gewoon stil blijven zitten, je hoeft niets te doen. Er zijn geen onverwachte verrassingen. De eeuwenoude ceremonieën zijn zo bekend en je kunt er gewoon naar kijken en het “laten gebeuren”. Je hoeft niets te doen wat je niet wilt.

 

Cultuur van Misbruik als een Ontwikkeling Stoornis?  

 

Mijn ontdekking van de Cultuur van Misbruik hielp me om overlevenden beter te verstaan. Het is nu eenmaal zo dat we als het ware leven door op te groeien in een cultuur, zonder erover na te denken ademen we de lucht om ons heen in en uit. Ik zie de Cultuur van Misbruik als een ontwikkeling probleem. Het is een normale reactie op zeer abnormale toestanden die men ervaart in het ontwikkelen van wie we zijn.

 

Als een persoon opgroeit in een cultuur en er gebeurt een trauma, dan kan het zijn dat dit ontwikkelingsproces wordt gestoord. Omgezet in beeldspraak: Mensen zijn diamanten die verschillende kanten hebben, door een trauma blijft een kant bevroren-in-de-tijd. Dit verklaart ook de kinderlijke reacties wanneer volwassenen ruzie met elkaar hebben. Anderen hebben dit “Het innerlijke Kind” syndrom genoemd.

 

Mijn eigen ontdekking van verschillende emotionele leeftijden als gevolg van WWII en wat er na afloop gebeurde. Het was alsof ik een Kindertehuis had in mijn hoofd, met delen die elkaar niet mochten, zelf een zwakkere kant aan het pesten waren. Op een dag vroeg ik de oudste: wil je me helpen. Hij vroeg gelijk:

met wat.

Ik vertelde hem dat ik problemen had om mijn aandacht bij de gesprekken te hebben vanwege innerlijke tegenstrijdige gedachten.

Wil je de hele interne familie niet mee nemen op een wandeling?

Hij zei gelijk O.K.

en mijn gesprek daarna was een openbaring van rust en aandacht voor mijn cliënt. Sinds die tijd heb ik een veel betere mogelijkheid om me te focusseren. Dit oudere deel van mijn interne familie werkte zo goed mee dat hij een onderdeel werd van mijn volwassen kant. Zo gingen we samen verder met de jongere kanten. Ik was in 2013 in Mumbai (India) en liep langs een Ferris wiel, (een wiel met allemaal bankjes erin zodat je rond kon draaien, de hoogte in). Het wiel was niet in gebruik. Plotseling zei een stem in me:

“Ik wil daar in”.

Ik schoot inde lach en dacht gelijk “daar is die 8 – jarige Téo weer”. Ik antwoorde rustig:

“nee, dat kan niet, het is niet in bedrijf”. Ik voelde de stampwoede in mijn benen… en zei: “nee, dat doen we niet”.

Tot mijn grote verbazing zei het knulletje:

“Dan wil ik met een sleetje de heuvel af glijden…”.

Ik lachte hardop, het was heel heet die dag in India en was zeker geen sneeuw.

“Wanneer ik terug ben in Oostenrijk en heeft gesneeuwd dan vind ik ergens een slee en dan gaan we samen de heuvel af”.

Toen was hij stil. Zes weken later was er sneeuw, ik vond een slee en een heuvel. Grote Téo en kleine Téo suisden samen de heuvel af naar beneden, hardop lachend. 

Later vroeg ik aan de Heer, ik heb zo vaak over deze achtjarige knul gepraat in mijn cursussen, waarom is hij niet gegroeid? Het antwoord kwam gelijk:

“Téo, je hebt je ouders nog niet vergeven dat ze nazi´s waren”…

 

 

ik was wel geschokt, maar kon uiteraard die vergeving van harte uitspreken. 

In 2014 gaf ik een trauma hulpverlening seminaar in Israël. Een participant vroeg me:

“hoe oud is dat knulletje nu”?

Ik antwoordde bijna automatisch: 15. Ik vroeg me later af “waarom zei ik 15”? Toen pas herinnerde ik me een situatie dat mijn huisarts me had opgetild en in zijn auto had gezet. In het ziekenhuis ontdekten ze dat mijn appendix was door gebroken. Ik kreeg 2×24 uur lang niets te eten of te drinken. Wel kreeg ik één vingerhoed met water per uur. Dat moet traumatisch zijn geweest. Tijdens mijn herstelproces nam een zuster me mee naar de lege O.K. en zei: “je hebt zoveel geluk gehad, ze hebben 75 cm darm moeten wegnemen want dat was helemaal veretterd”.  Ik denk dat die 15jarige tiener nu een jongvolwassene is.

 

  1. [1]West, Christopher in The Theology of the Body Explained, A Commentary on John Paul II´s „Gospel of the Body“, Gracewing, Herefordshire 2003
  1. [2]for more details, how to handle these elements of the Culture of Abuse see my book From Shame to Peace

Zing liederen voor de Heer, vrienden van God, en prijs zijn heilige naam.

%d bloggers liken dit: